Historie
Parkhotel Valkenburg
Sinds 1892

Parkhotel Valkenburg, monumentale schoonheid
met een rijk verleden

Naar Duits voorbeeld

Hoogst actueel in die dagen was de ‘kuurgedachte’, die toentertijd vooral ook in Duitsland furore maakte. Daar werden heet- en koudwaterbaden, modderbaden enz. tot heilzame kuurmethoden verheven. De gezonde Limburgse lucht was al geruime tijd slogan nummer één van Valkenburg. Men had zelfs wetenschappelijk te lucht laten onderzoeken met als doel om met de uitslag van het onderzoek, reclame te gaan maken.
Er werd dus geen middel geschuwd om van Valkenburg een heus ‘Kuuroord’ te maken. Dit naar Duits voorbeeld.

In een ander verslag staat...

,,De proeven door het latere Sanatorium `t Huis-ter-Geul, zowel als door den eersten exploitant van het badhotel Palanka genomen, gaven den pessimisten die in de levensvatbaarheid van een publieke badinrichting niet wilden geloven, voor honderd procent gelijk.”

1890, De oprichting van de Naamloze Vennootschap

Hoe dan ook, de gedachte dat een dergelijke kuurinrichting succesvol moést zijn, won toch terrein en zoals gezegd werd in 1890 de naamloze vennootschap opgericht. De oprichters waren vooraanstaande burgers. Hun namen vinden we terug in de oprichtingsakte. Mr. R.J.C Loisel – burgemeester van Valkenburg, G.G.A Schwartz – oud-kolonel, F.G. van Delden – oudresident, J.J Langenhoff – missionaris, Mr. G.R.A. Lemmens – kantonrechter in Gulpen, Jonkheer Mr. L.H.L. van der Maesen de Sombreff – kantonrechter in Heerlen, F.J.Th. Beukman – oudhoofdingenieur, J.F. Plet – oud-officier van gezondheid (die dus kennelijk van mening was veranderd), J. Noordraven – leraar HBS, G. Ackens – apotheker, J.Collard – Oost-Indisch ambtenaar en last but not least Dr. P.J.H. Pierre Cuypers – architect en Rijksbouwmeester.

In de brochure die werd uitgegeven over ,,Het huis ter Geul” verklaarden de initiatiefnemers

“Door de verbazende vermeerdering van het aantal bezoekers in de laatste jaren; door de grote en met recht verdiende ingenomenheid dier bezoekers met deze streek; door de zoo gunstige gevolge, die een verblijf hier op aller gezondheid had; maar vooral door de overtuiging, geboren uit velerlei gegronde aan- en opmerkingen van loge’s, dat Valkenburg, op dit oogenblik, niet meer in staat is al zijn gasten zóó te herbergen, als zij dit mogen wenschen. (….) De algemeene opinie, ook die van geneesheren, in deze streek is, dat de beste en gezondste plek in het reeds uit zich zelf gezonde en van malaria-dampen vrije Geuldal werd uitgekozen. (….)

 

Volgens het oordeel van den geneesheer zijn de ziekten, waarvoor het klimaat van Valkenburg bijzonder gunstig is en behandeling in ,,`t Huis ter Geul” gezocht kan worden, de navolgende: ziekten van het zenuwstelsel (melancholie, hysterie, psychische opwinding of depressie in lichten graad, verschillende krampachtige toestanden, periphere verlammingen, nerveus hartkloppen, nerveuse voedingsstoornissen, zenuwpijnen van verschillenden aard, zenuwachtigheid, zenuwzwakte, enz.), verder maag- en onderbuiktslijden, chronische katarrh van de luchtwegen zoowel als van de spijsverterings- en geslachts-apparaten, ashtma, vetzucht, haemorrhoidaallijden, chronisch rheumatisme, lichte hartgebreken, jicht, bleekzucht en suikerziekte in lichten graad, bloedarmoede en scrofulose.

,,De grondslag van de behandeling is de hydrotherapie. Buitendien worden verstrekt alle soorten van baden, als koude en warme, vol-half en zitbaden, dennennaalden baden, romeinisch-iersche baden, dampbaden.”
,,Als eene aanbeveling ten slotte” meenden de initiatiefnemers ,,de volgende punten op den voorgrond te mogen stellen:

  1. Dat Nederland in Valkenburg eene bergachtige streek bezit, die niet achterstaat bij, ja, volgens velen, te verkiezen is boven verscheidene bekende en druk bezochte badplaatsen langs den Rijn;
  2. Dat de vrije Nederlander in zijn vrij land blijven kan en niet bij elken voetstap zal behoeven te onderzoeken, of het neerzetten van den volgenden misschien ook politiestraffen zou kunnen na zich sleepen:
    en
  3. Dat de prijzen lager zijn dan ergens elders.”

Koningin Emma en de 14 jarige Wilhelmina

In het voorjaar van 1895 doet in Valkenburg plotseling een gerucht de ronde. De beide koninginnen, de dan 36-jarige koningin-regentes Emma en de nog minderjarige; na de dood in 1890 van haar vader koningin geworden Wilhelmina (14) ― zullen in Valkenburg komen logeren. Er zijn door het hof kontakten gelegd met de directie van het op dat moment bijna drie jaar oude ‘Kurhaus – Huis ter Geul’.


De gemeenteraad van Valkenburg neemt in de vergadering van 13 mei 1885 een besluit, waarin het college van B. en W. een onbepaald krediet wordt verleend voor de ‘Koninginnefeesten’. Niet alleen Valkenburg loopt uit. Heel Limburg is blij verrast met het koninklijke bezoek. In die tijd bestond al iets van VVV.  De VVV Het Geuldal bood de koninklijke hoogheden een tweetal exemplaren aan van de ‘Officieelen Gids van Valkenburg en het Geuldal’. Een voor die tijd een historisch moment. Het was feest in Valkenburg..
Het Kurhaus `t Huis-ter-Geul beleeft met dit bezoek een hoogtepunt, dat in latere jaren niet meer overtroffen wordt. Een hoogtepunt in de wisselvallige en merkwaardige geschiedenis van dit stijlvolle gebouw, dat later hotel, daarna klooster en tenslotte weer hotel werd: Parkhotel Rooding en nu Parkhotel Valkenburg.

1939 - Parkhotel Rooding

Na 28 jaar, in 1939 vertrokken de paters weer. De succesvolle Valkenburgse hotelier Johan Rooding, zag iets in het gebouw. Wat tientallen jaren niet mogelijk was gebleken, achtte hij nu wèl mogelijk. Johan Rooding had de ervaring en hij een zijn familie wisten van aanpakken. Hij vertrouwde erop dat hij met zijn kennis en kunde, en natuurlijk met een beetje geluk, het hotel nieuw leven kon inblazen.

Johan Rooding was geboren in het Zeeuwse Domburg. In 1917 was hij per toeval in Limburg beland. Zijn broer, die in die tijd een bedrijf in Heerlen runde, had hem uitgenodigd eens een kijkje te komen nemen in Limburg. Johan Rooding was pâtissier en kok. Hij had al op vele plaatsen in Nederland gewerkt. Zo vond hij ook werk in Valkenburg. Hier beviel zo goed dat hij besloot te blijven. In 1917 werkte hij als kok in hotel L`Empereur te Valkenburg.

Johan Rooding, Slim en zakelijk

Slim en zakelijk, dat was Johan Rooding. In de hotel business wordt in het seizoen goed geld verdient. Maar die verdiensten moeten vaak in de winter worden aangesproken. Johan was een ondernemer pur sang. Hij realiseerde zich dat hij een bron van inkomsten moest hebben in de wintermaanden. Hij was van huis uit pâtissier en kok. Die kwaliteiten werden dus ingezet.

 

Johan Rooding de pâtissier ging aan de slag. Met hulp van zijn vrouw en zijn oudste zonen werden grote hoeveelheden chocolade, bonbons en suikerwerk gemaakt. Dit werd verkocht rond de feestdagen zoals Sinterklaas en kerstmis.

 

Maar de kok Johan Rooding zat ook niet stil. Met uitzend-diners en koksklusjes her en der maakten hij de verloren winterperiode productief. Het belangrijkste was dat familie Rooding het in de zomer verdiende geld niet hoefde aan te spreken in de winter. Dat was bij collega’s toch vaak anders.

Johan Rooding was er klaar voor!

Huis ter Geul was van origine een hotel / kuuroord. Dat was Johan Rooding niet vergeten. Er moest behoorlijk geïnvesteerd worden maar hij zag het al helemaal voor zich. Hij had er een neus voor wat toeristen zou aantrekken.

 

De prachtige vergezichten vanuit de slaapkamers. De terrassen en de serres aan de Geulvallei en uitzicht op het pittoreske stadje Valkenburg.  Het zicht op het prachtige Geböschke en de Heunsberg, de Schaesberg, de Däölkesberg, de Goudsberg en op het Biebos en het Sint Jansbos. De middeleeuwse kastelen Genhoes en Schaloen maakten deel uit van het decor van zijn Parkhotel. Johan Rooding was er klaar voor.

Parkhotel Rooding komt tot bloei

Na de Tweede Wereldoorlog kwam Parkhotel Rooding pas echt goed tot bloei. De plannen van de heer en mevrouw Rooding werden achtereenvolgens allemaal verwezenlijkt.
Het riante en vooral aparte Parkhotel, dat altijd iets van de ‘Kurhaus-stijl’ behield, werd mooier dan ooit tevoren. Er werd elk jaar flink geïnvesteerd. De vorstelijke ligging in het midden van het park gaf Parkhotel haar imago. De tuin en terrassen, het uit vijf verdiepingen bestaande monumentale gebouw had toen een inhoud van liefst 16.000 m³. Zowel het exterieur als het interieur van het Parkhotel maakte het dé parel aan de kroon van de Valkenburgse hotellerie.

1960 - Zoon Albert Rooding

Van de stichters van het Kurhaus is niemand meer in leven. De paters die het gebouw woonden, verspreidden zich over de hele wereld. Johan Rooding overleed in 1972. Al in 1960 was de leiding van de onderneming overgegaan in de handen van één van Johan’s vijf zonen, Albert Rooding. Ook de andere zonen zijn hotelhouder geworden. Nog steeds zijn, zelfs in vierde generatie verschillende kleinkinderen van Johan en Sietske Rooding-Scheepstra zelfstandige ondernemers in de horecabranche

Uitbreidingen

Parkhotel Rooding onderging diverse uitbreidingen en verbeteringen. In 1957 werd tegen de boshelling een grote serre bijgebouwd met uitzicht op het Geuldal. In 1961 breidde men de logeer accommodatie uit met 20 kamers. In 1968 werd de lift in gebruik genomen.
De zeventiger jaren kenmerkten zich door de nieuwe architectuur van de enorme tuin en de modernisering van alle 90 kamers, die met bad of douche en toilet, werden uitgerust.
Een aparte nieuwbouw verrees, waarin een groot aantal garages werd ondergebracht.

Parkhotel Valkenburg, een huis voor iedereen

In 1981 werd een hooggelegen terras met vergaderzaal bijgebouwd. Het was telkens de gedachte die aan het voormalige Kurhaus ten grondslag lag, die tot kostbare aanpassingen en vernieuwingen aanleiding gaf. Parkhotel Rooding bleef een Huis, waar zowel de individuele gast zich aangenaam thuis voelt, maar waar ook deelnemers aan congressen, symposia en andere vergaderingen graag verbleven.

Eens nam het Kurhaus ‘Huis-ter-Geul’ een vooruitstrevende plaats in op ‘horecagebied’, in een tijd dat de afkorting ‘Horeca’ nog niet eens gebruikt werd. De lijn die Johan Rooding in 1940 uitzette kon worden voortgezet. Tot de dag van vandaag zijn het de tradities van gastvrijheid en gastronomie die de kwaliteiten van ons hotel kenmerken.

Parkhotel Rooding komt tot bloei….

Bij akte van 1 februari 1890

Bij akte van 1 februari 1890 werd de ‘N.V. Maatschappij tot Exploitatie van een rust- en herstellingsinrichting te Valkenburg of aangrenzende streek’ opgericht.
Er waren in die tijd nog maar weinig hotels in Valkenburg. En de hotels die er waren, waren niet berekent op de groeiende belangstelling van toeristen.

Er waren niet alleen te weinig kamers in Valkenburg beschikbaar maar het ontbrak ook aan comfort. Wie in die tijd op vakantie ging was gefortuneerd en daardoor ook wel wat gewend. De Valkenburgse hotels waren wel gastvrij en hadden een goede keuken, maar het ontbrak hun aan comfort.

Een citaat als voorbeeld uit een verslag van de VVV Het Geuldal

,,Een bijzondere algemeene vergadering werd gehouden ter bespreking van de bestaansmogelijkheid eener openbare badinrichting. De voorzitter doet mededeeling van het eigenlijke doel der vergadering, dat is om de al vroeger besproken Koudwater- of Bad-Inrichting nog eens op het tapijt te brengen.

Vooral bij monde van Dr. Plet worden massa´s bezwaren tegen een mogelijke stichting van dergelijke inrichting te berde gebracht en komt men met de zaak volstrekt niets verder. Toch wordt er besloten het denkbeeld van een hier op te richten Kaltwasser Heil-Anstalt niet geheel op te geven”

Dr. P.J.H. Pierre Cuypers
architect en Rijksbouwmeester.

Architect Pierre Cuypers spreekt pas bij velen tot de verbeelding als je weet dat hij ook de architect was van het Rijksmuseum en het Centraal station in Amsterdam.

De bouw begint...

Er werden aandelen van 100, 250 en 500 gulden uitgegeven, op 20 september 1890 vond de aanbesteding plaats. Onder leiding van architect Cuypers begon de firma C. van Straaten uit Utrecht aan de bouw. Architect Pierre Cuypers was een beroemde en gewaardeerde architect. Hij was rijksbouwmeester en had in Valkenburg onder meer het zeer typische monument ontworpen. Dit stond aan de voet van de Cauberg. Het was ter herinnering aan de 50-jarige hereniging van Limburg met Nederland 1839-1889.

Dit mergelstenen monument werd verwoest op 29 september 1954. Er vond toen een dramatisch ongeval plaats. Een bus met Belgische schoolkinderen kwam de Cauberg afgereden. Door een kapot remsysteem denderde de bus naar beneden en verongelukte. Vijftien kinderen vonden daarbij de dood. Dit was een ongeluk van voor Limburg ongekende omvang.

In gebruikname in 1892

In juni 1892 werd het ,,Kurhaus ´t Huis-ter-Geul” in gebruik genomen. Het was een prachtig, in mergelsteen opgetrokken gebouw, zoals we het vandaag de dag nog kennen als het Parkhotel Valkenburg. Het ligt in het ,,Geböschke”. Het mooie en bosrijke deel van de Heunsberg. Het hotel werd tegen de heuvel aangebouwd.

Zo omschreef men toen het hotel. De superlatieven die hier genoemd worden zijn nu bijna lachwekkend. Een schoorsteenaansluiting op de salons, een lift op stoom… We kunnen ons er nu bijna niets meer bij voorstellen.

 

Er werden liefst 80 logeerkamers (ware ,,zalen” volgens het hedendaagse begrippen) en salons gebouwd met elk een schoorsteenaansluiting.
Enorme stoom- en andere baden, een lift met stoomtraktie, prachtige hallen op alle étages, royale balkons, een eetzaal, een leeszaal, een muziekzaal, een konversatiezaal, eigen elektriciteitsopwekking (want Valkeburg kende nog geen openbaar elektriciteitsnet), een groot park met schitterend verlichte tuin, kiosk, sportakkommodatie voor lawn-tennis, cricket, voetbal e.d., gelegenheid voor de gasten om te jagen en te vissen ― welk een luxe!”

1911 - Van kuuroord naar hotel en klooster

Maar als sanatorium of als ‘Kurhaus’ werd het geen succes. De omschrijving ‘rust- en herstellingsinrichting’ had echter ruimte gelaten om naast een sanatorium ook een hotel te kunnen exploiteren. Dit was dan ook het alternatief.

Zo werd in het gebouw het ‘Grand Hotel – Kurhaus Huis ter-Geul’ tot stand gebracht, waar men begin 1900 met alle mogelijke luxe werd omringt. Een kamer met volledig pension kostte toen in de tijd van de Gulden 3,= en 3,50.  Daarvoor kreeg je ontbijt op het terras en een 3 of 4 gangen diner volgens Hollandse, Duitse of Franse keuken.

Bij aankomst van elke trein op station Valkenburg stond er een bus klaar om eventuele gasten van het station naar het hotel te brengen. Een ongekende service en luxe in die dagen. Er was zelfs een donkere kamer ingericht in het hotel. Hier konden de amateurfotografen uit die tijd hun foto’s afwerken. Er werden kosten noch moeite gespaard om het de gasten naar hun zin te maken. De eigenaar was toen de heer André Vequeray.

Met de exploitatie van een dergelijk luxe hotel was Valkenburg zijn tijd vooruit. Toch was de runnen van een kuuroord en later ook het hotel niet rendabel.

In 1911 veranderde het hotel plotseling van bestemming. Franse paters, Redemptoristen, die in Frankrijk verblijfsmoeilijkheden hadden, kochten het pand aan en vanaf dat moment leek het voor het toerisme verloren. De ’Franse paters’ zoals ze in de volksmond werden genoemd, hadden weinig tot geen contact met de mensen van Valkenburg. Soms zag je in het park een processie. Voor de rest herinnert er weinig aan die periode.

1939 - Parkhotel Rooding

Dit is het begin van de ‘Valkenburgse periode’ in het leven van familie Rooding. Johan Rooding werkte in verschillende hotels in Valkenburg. Soms in vaste dienst maar ook als ‘vliegende keeper’. In 1928 begon hij samen met zijn vrouw Hotel den Halder op de hoek van de Emmalaan en de Koninginnelaan over te nemen.


In 1934 waagde het echtpaar Rooding een bijzondere stap.  Het middeleeuwse kasteel Den Halden in het hartje van Valkenburg werd door hun omgetoverd tot hotel. Daarnaast hadden zo ook inmiddels hotel Hennen, nu hotel Eurlings, op de hoek van de De Guacostraat en de Maternusstraat. Dit hotel ging dienstdoen als dependance. Het kasteeltje was prachtig maar had maar een beperkte capaciteit

Wie begint nu een hotel in een klooster?

Voor 28.000,= gulden kon Johan Rooding destijds het kasteel Den Halder kopen. Eind 1939 kwam hem iets ter oren. De paters gingen het vertrekken en Huis ter Geul, het huidige Parkhotel Valkenburg, zou te koop zijn! In de vroege winter van 1940 liep de heer Rooding met de pater econoom rond het onder een dikke sneeuwlaag verscholen ‘klooster’.

In zijn fantasie zag hij de mogelijkheden voor een heus Parkhotel. Hij zag de gasten al zitten op de terrassen en in de serres, wandelen in de ruime corridors, eten in de grote eetzaal. Er zou echter, vooral aan het interieur, heel veel verbetert moeten worden. De muren waren slechts geschilderd. Het sanitair was slecht en op sommige plekken waren er geen wastafels meer.

Johan Rooding was niet te ontmoedigen. Vol goede moed huurde hij het pand met recht van koop. Hij werd eigenlijk voor gek verklaart in Valkenburg. Wie begint er nu een hotel in dat oude klooster?

Tegenslag,...de Duitsers vallen Nederland binnen.

Gastvrijheid en een perfecte service in een zo riant gelegen hotel móest succes opleveren. In die overtuiging ging familie Rooding aan de slag. Dag en nacht werd er geschilderd, behangen, gebroken en in het park geploeterd. Er scheen geen einde aan te komen. Maar in het voorjaar waren de belangrijkste werkzaamheden afgerond. ‘Parkhotel Rooding’ ging het heten.

Een ander hotel had de naam ‘Huis ter Geul’ overgenomen in de tijd dat het Parkhotel een klooster was. Johan Rooding was op zoek naar continuïteit. Daarom besloot hij een contract af te sluiten met een reisbureau. Vanaf Pinkstermaandag 11 mei zou het reisbureau wekelijks 30 kamers boeken. Dit contract bevindt zich nog steeds in het bedrijfsarchief.

Echter…. op 10 mei 1940, de dag voordat de eerste gasten in het nieuwe Parkhotel hun intrek zouden hebben, vielen de Duitsers ons land binnen.

 

Johan Rooding en zijn gezin begonnen dus hun nieuwe levensfase bepaald niet met de wind in de zeilen. Bij elk succes hoort tegenslag en familie Rooding wist zich staande te houden in de moeilijke oorlogsjaren.

Parkhotel Valkenburg
1960 2023
1960 2023
1960 2023
1960 2023